Financieel specialist Shunaysha Soekhoe zet op een rij hoe gebouweigenaren de financiële haalbaarheid van duurzaamheidsmaatregelen kunnen uitgerekenen. Want uiteindelijk moet het verduurzamen van jouw gebouwen wel wat opleveren.
Shunaysha concludeert dat vier methodes in combinatie nodig zijn. De vier methodes zijn:
1. 𝗡𝗲𝘁𝘁𝗼 𝗰𝗼𝗻𝘁𝗮𝗻𝘁𝗲 𝘄𝗮𝗮𝗿𝗱𝗲 (𝗡𝗖𝗪). De som van alle toekomstige kasstromen. Dit doet recht aan de tijdwaarde van geld. Enodes gebruikt een discontovoet die relevant is voor de opdrachtgever. Is de NCW positief, dan moet je de maatregelen in principe uitvoeren. Het schoonheidsfoutje van de NCW is dat het lastig is uit te leggen wat het resultaat precies betekent.
2. 𝗜𝗻𝘁𝗲𝗿𝗻𝗮𝗹 𝗿𝗮𝘁𝗲 𝗼𝗳 𝗿𝗲𝘁𝘂𝗿𝗻 (𝗜𝗥𝗥), of projectrendement. Het is een discontovoet waarvoor de NCW precies nul is. Hoe hoger de IRR, hoe beter. Het mooie van deze methode is dat het rendement van een maatregel wordt samenvat in één getal.
3. 𝗧𝗲𝗿𝘂𝗴𝘃𝗲𝗿𝗱𝗶𝗲𝗻𝘁𝗶𝗷𝗱 (𝗧𝗩𝗧). Het aantal jaren waarin een investering is terugverdiend. Het voordeel van de TVT is dat iedereen hem meteen begrijpt. Nadeel is dat de TVT geen rekening houdt met de tijdwaarde van geld.
4. 𝗩𝗲𝗿𝗱𝘂𝘂𝗿𝘇𝗮𝗮𝗺𝗱 𝗠𝗝𝗢𝗣. We maken van het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) een Duurzaam MJOP. We vergelijken het investeringsmoment van maatregelen (het zogenaamde zelfstandige of natuurlijke moment). Het voordeel is dat de maatregelen inpasbaar worden in de financiële en technische planning van de opdrachtgever.
Enodes gebruikt deze vier methodes meestal om verschillende scenario’s met elkaar te vergelijken. Die scenario’s kunnen zijn:
Brons: alleen verplichte maatregelen en maatregelen met een TVT van minder dan x jaar.
Zilver: alle gebouwen naar energielabel A in x jaar.
Goud: Alle gebouwen volledig energieneutraal en aardgasvrij is x jaar.
Dit alles helpt jouw om weloverwogen te kiezen voor een maatregelpakket.
Wil je weten of jouw gebouw beter kan presteren op energieverbruik en binnenklimaat?